Requiem voor linkse journalistiek

We kunnen niet anders dan stilstaan bij de uitvaartdienst van een voormalig links opinieweekblad. In een leeg zaaltje van een bleek kerkhof galmt het requiem, terwijl niemand meer luistert.

Vrij Nederland wordt een maandblad. Maar digitaal wordt het de dagelijkse ontmoetingsplaats voor ‘onze’ lezers, zo spiegelt de redactie, waarvan een groot deel binnenkort achter de kassa bij Albert Heijn is te vinden, de lezers voor.

Dream on.

Het is een momentopname hoe de klamme journalistiek van het linkse geweten zich in een bestaanscrisis wentelt. Niets blijft over van de kracht van het merk. Mede dankzij het arbeiderszelfbestuur en het wanbeleid. Jarenlang hebben de linkse betweters aan het subsidie-infuus gelegen van andere succesvolle titels binnen de uitgeverij en is er geld verspild aan zinloze digitale avonturen.

Zo dood als een pier dus. Dat is Vrij Nederland. De weg van duiding en verdieping leidt naar het journalistieke ravijn. Dat is dezelfde route van een flink aantal kranten die hun primaire functie van nieuwsgaring bij het grof vuil heeft gezet.

Hun lot, hun journalistieke destinatie is bekend. Hoe spijtig dat ook is voor de onafhankelijke journalistiek.

Vrij Nederland bekent kleur. ‘We worden het journalistieke en opinierende platform voor progressief Nederland’. En de dagelijkse ontmoetingsplaats voor de lezers! In de straten van Delfzijl, het platteland van Friesland, in de Elvis Presleystraat in Almere en in de binnenstraten van de Bijlmerflats, die nu nog overeind staan, zal het drukker zijn dan op de digitale snelweg van Vrij Nederland.

Het Requiem van Scarlatti, van Brahms of van Mozart. Het klinkt in ieder geval behoorlijk vals daar in de Linkse kerk. Het is net als met Brexit of de teloorgang van de PvdA. Als het eenmaal achter de rug, dan is het verlangen naar wat was groter dan de korte euforie.

Pom, pom pom de dag is om. Met het heengaan van Vrij Nederland heeft ons land minder kleur op de wangen.