Kampioen van de verdraagzaamheid

Risastla/Flickr
Risastla/Flickr

We praten en we blijven praten. Voor minister Asscher (Sociale Zaken) is een verbod van het salafisme in ons land niet nodig. We lossen het op zijn Nederlands op. Pratenderwijs. Ondertussen worden glimmende moskeeën gebouwd, wordt de intolerantie gepredikt, wordt haat gezaaid en ronselen ze jongeren in het geniep.

De salafistische huiskamer als het voorportaal van het slagveld in Syrië. Gehersenspoeld met een geloof dat onverdraagzaamheid predikt en rechtstreeks indruist tegen alles aan vrijheden die verankerd zijn in onze grondwet. Volgens Asscher moet er een harder weerwoord komen aan het salafisme. Dat dus weer wel. Strafrechtelijk aanpakken. Bijeenkomsten verbieden. Enzovoort. Alsof de AIVD en de wijkagent stilzitten.

Let op: dit gaat niet over goedwillende, Nederlandse moslims. Achter de façade van het salafisme gaat een wereld schuil die gehakt maakt met alles wat ons dierbaar is. Geloofsvrijheid hoort daarbij, maar met al het andere, zoals gelijke rechten voor man en vrouw, goed onderwijs voor onze kinderen en de vrijheid van meningsuiting, wordt de kachel aangemaakt.

Het is de angst die Asscher leidt. Angst voor ontwrichting. Maar het middel is erger dan de kwaal. Met liters Cohen-thee wordt dit niet meer opgelost.