Werkloosheid: ‘brevet van onvermogen’

Flickr SP
Flickr SP

Aan de daling van de werkloosheid is vorige maand een eind gekomen. Het aantal mensen dat zich moest melden voor een uitkering bij het UWV nam voor het eerst sinds maanden weer toe. Met een stijging van zevenduizend komt de grens van 600.000 werklozen weer in zicht.

Het verlies van werk is bijna het ergste dat mensen kan overkomen. De bestaanszekerheid staat op het spel.

Hoe betalen we de hypotheek of de huur, het school- of studiegeld van de kinderen om nog maar te zwijgen over de vaste lasten? Sinds de rijksoverheid veel taken delegeert aan gemeenten voelen velen dat in de portemonnee.

Voor al degenen die zich recent hebben moeten melden voor een WW-uitkering zijn de opwekkende verhalen vanuit ‘Den Haag’ ‘dat het weer beter gaat met de economie’ loze praatjes.

Het zich op de borst slaan is een typische bezigheid van politici die zichzelf hebben verzekerd van een riant financieel vangnet mocht er gedwongen, of zelfs vrijwillig (!), afscheid worden genomen van het pluche. Ondanks dat er werk in overvloed is, verdwijnen er continu banen. In de zorg, in het onderwijs, in de ordehandhaving, in de bouw, in de winkelsector, in de journalistiek en ga zo maar door.

De conclusie kan niet anders zijn dan dat politici, sociale partners, universiteitsgeleerden en duurbetaalde externe adviseurs onmachtig zijn om eindelijk eens werk te maken van werk.
Een schrijnend brevet van onvermogen.

Theo Jongedijk