VRIJHEID VAN BELEDIGINGSUITING

Bearman2007/Flickr
Bearman2007/Flickr

Er was een tijd dat ministers en andere hoogwaardigheidsbekleders werden aangesproken met excellentie. De laatste decennia is dat veranderd. De maatschappij is minder formeel. Gezagdragers moesten er eerst genoegen mee nemen te worden aangesproken met ‘meneer’ of ‘mevrouw’. Nu is dat ‘je’ of ‘jij’.

Lubbers was al geen excellentie meer, of meneer Lubbers, maar gewoon Ruud. De huidige minister-president wordt op tv zelfs gevraagd: ‘Nog geneukt?’
Parlementaire taal verschilt nauwelijks nog van die op de markt. ‘Doe eens gewoon, man’ wordt even zo goed gehoord op de Albert Cuypmarkt als op Het Binnenhof.
In het onderwijs dezelfde devaluatie. Het is Kees en Corry, in plaats van ‘meester Jansen’ en ‘juffrouw De Boer’.

Dominees, artsen, burgemeesters en andere lokale hotemetoten hebben evenmin nog aanzien.‘Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’ ligt ten grondslag aan dit gelijkheidsstreven.

Cabaretiers Hermans, Kan en Sonneveld hadden geen vloek of scheldwoord nodig om humoristisch te zijn. Van Vliet is de laatste van deze verbaal fatsoenlijke generatie.
‘Vrijheid van meningsuiting’ heet de rechtvaardiging voor ingeburgerde grofheden. Daarentegen mag niemand zich nog gekwetst of beledigd voelen. Dan heb je lange tenen. Of het was sarcastisch bedoeld.

Argumentatie op basis van feiten is ondergeschikt geworden aan de manier waarop de boodschap wordt gebracht. Dat de toon de muziek maakt, speelt geen enkele rol meer.
Ongeacht rang, stand, bevriend of gehaat staatshoofd, alles moet kunnen en is geoorloofd.

Gevoeligheden van anderen zijn ondergeschikt aan het bruut verbale geweld. Wie een schender van mensenrechten copulatie met dieren toedicht, verlaagt zich tot hetzelfde denkniveau. Recht op vrije meningsuiting is verworden tot recht op vrije beledigingsuiting.

Theo Jongedijk