Ongeacht je huidskleur, je seksuele voorkeur, de keuze van je geloof of je partner, het land van je geboorte. Niemand heeft het recht om jou daarop te beoordelen, te beschimpen of te discrimineren.
Hoe lang accepteren we nog dat het voetbalstadion een vrijplaats is voor geweld, discriminatie en intimidatie? Daar gelden kennelijk andere wetten dan in de rest van de maatschappij: degene met de grootste bek krijgt er gelijk. Een Hitler-groet, Zwarte Piet-liedjes zingen, je wordt er kotsmisselijk van.
Voetballer Mendes Moreira en scheidsrechter Gerrets trokken afgelopen weekeinde een streep in het zand. Het is tot hier en niet verder. De boodschap: voor racisten is geen plek in onze samenleving en dus ook niet langs de lijn. Verder voetballen heeft dan geen zin meer.
Voetbalclubs moeten zich diep schamen voor de gelegenheid die ze bieden voor dit verbale geweld. Bestuurders staan onder zware druk omdat de zogenaamde supporters de dienst uitmaken. Maar de schijnheiligheid druipt er vanaf. Alsof het voetbalstadion geen onderdeel uitmaakt van onze rechtsstaat. Georgino Wijnaldum, speler van Oranje, vertaalde het onbegrip tijdens een persconferentie in Estland. Hoe haal je het in je hoofd als je in een land leeft dat bijna 75 jaar geleden bevrijd werd van een racistisch regime om je dan zo te gedragen?
Roei dit racisme op de voetbaltribune met wortel en tak uit. Voetbalwedstrijd staken, supporters voor de rechter, straf ze keihard, strafpunten voor de voetbalclub en bij herhaling wordt de licentie ingetrokken.
Dat is tenminste duidelijk. Wie de voetbaltribune ziet als vrijplaats voor racisme moet begrijpen dat we dit niet meer pikken.
