Het houdt maar niet op voor minister Ard van der Steur. De debat-kampioen komt erachter in het kleine jaar dat hij nu aan het roer staat van het Ministerie van Veiligheid en Justitie dat er bij het besturen meer komt kijken dan alleen een hoog ontwikkeld verbaal vermogen.
Na eerder met de Tweede Kamer in aanvaring te zijn gekomen over de fotosessie van Fortuyn-moordenaar  Volkert van der G. en een deerniswekkend gestamel over de Teevendeal doemt er opnieuw een bermbom op voor de minister.
Volgens mr. Willem Jebbink, de advocaat van Van der G., heeft de minister onlangs in een brief aan de Tweede Kamer een verkeerde voorstelling van zaken gegeven over de mate van begeleiding van zijn cliënt. Volgens Van der Steur is er sprake van intensieve psychologische begeleiding van de moordenaar van Pim Fortuyn.
De advocaat ontkent dit. In de praktijk komt het erop neer (volgens strafpleiter Jebbink) op eens in de drie weken ‘hallo en aju zeggen’ tegen de reclasseringsambtenaar van dienst.
Indien dit zo is, heeft Van der Steur een groot probleem. Opnieuw stelt bij aan de Tweede Kamer de zaken mooier voor dan ze zijn. Krachtdadig optreden blijkt in de praktijk niet meer dan een holle frase. Hij loopt het risico dat de Kamer hem daar keihard op gaat afrekenen. Zeker gezien de uitglijders uit het recente verleden.
Dan de burger. De moord op Pim Fortuyn heeft de rechtstaat ernstig geschokt. Die schok dreunt nog steeds na. De regelfetisjist Van der G. maakt handig gebruik van de mazen in de wet en leidt brutaal een schijnbaar onbezorgd bestaan, waarbij geen greintje berouw is waar te nemen.
Dat is voor grote delen van de samenleving onverteerbaar. En de minister zou er alles aan moeten doen om Volkert zo kort mogelijk aan de lijn te houden. Dat is beter dan het verkopen van stoere praat die nergens op blijkt te slaan. Voor Van de Steur lonkt dan ook de deur.
Jan-Kees Emmer (@jkmr)