Geen stageplekken voor Young Maroccans

Meisjes met een hoofddoek en jongens met een Marokkaanse achtergrond in het middelbaar beroepsonderwijs hebben moeite bij het vinden van een stageplek.

Vooral kleine en middelgrote bedrijven hebben aangegeven moeite te hebben met de uitstraling die uitgaat van Marokkaanse stagiairs. Uitgangspunt op basis van artikel 1 van de Grondwet in ons land is dat iedereen ongeacht geloof, afkomst of huidskleur gelijke kansen heeft. Dat geldt ook voor stagiairs van Marokkaanse komaf.

Chinezen, Indonesiërs en Vietnamezen verworven zich na hun komst WEL snel een positieve reputatie waardoor ze op de arbeidsmarkt met open armen werden ontvangen. Het is te gemakkelijk om de terughoudendheid van werkgevers ten opzichte van Marokkanen alleen te baseren op discriminatoire vooroordelen. Niemand kan ontkennen dat de beeldvorming van Marokkanen in ons land helaas negatief uitvalt. Dat heeft niet te verzwijgen oorzaken.

Actieve medewerking van de Marokkaanse bevolkingsgroep om de goeden niet langer onder de kwaden te laten lijden, is niet overvraagd. Immers, een eerste vereiste om aan werk te komen – voor wie dan ook in ons land – is onbesproken gedrag van het individu.

In een van oorsprong Christelijk-Joodse samenleving met liberaal-humanistische invloed zal de hoofddoek als symbool van een religie uit een niet-westerse cultuur bij aanstelling van een stagiaire in een representatieve functie voor de werkgevers een belangrijk punt van overweging zijn.

Geen onderzoeker kan hen dat recht ontzeggen.

Theo Jongedijk