Songfestival helemaal niet Slow down

Andres Putting Eurovision

Onze nationale zangheld Douwe Bob gaat naar de finale van het Eurovisie Songfestival. Er zijn jaren geweest dat we als Nederlanders nauwelijks nog over straat durfden na wederom een roemloze uitschakeling.
Dit keer haalt de natie opgelucht adem. Bob kan gaan doordouwe, zoals De Telegraaf kopte op de voorpagina.

Met tien ingelaste seconden van muzikale en vocale stilte om zijn ‘Slow down’ – oproep kracht bij te zetten en een knipoog aan het einde veroverde onze Bob de harten van talloze kijkers die met hun Smartphone klaarzaten om te kunnen stemmen.

Er werd meegedaan vanuit alle uithoeken van Europa en ver daarbuiten. Probleemloos. Nergens een vuiltje op de lijn. De techniek staat voor niets als het gaat om het internationale belang van het democratisch via de beeldbuis selecteren van de beste zanger/zangeres/muziekgroep uit een aanbod van tientallen landen.

Nog maar kort geleden kon er in ons land worden gestemd voor iets heel anders. Een referendum. Dat had te maken met politiek. Handel, vrede, veiligheid. Dat soort zaken.

Wie wilde stemmen moest de deur uit. Naar een kerk, een school, bejaardentehuis of – soms – ook op een station. We namen er de hele dag de tijd voor. Niks computer. Niks mobiele telefoon. Gewoon met potlood op papier.

Ook toen zaten we ’s avonds in spanning voor de buis. Urenlang wachten op de uitslag. Niemand die er blij van werd. Sommigen, aan het eind van de marathonavond toen de ene groep had verloren, de voorstanders en de tegenstanders van het referensum bleken te hebben gewonnen.

Vergeleken met het Songfestival ging het er Slow down aan toe. Middeleeuws Slow down. Er valt veel te leren van het Songfestival. Tenzij dat muziekspektakel doorgestoken kaart is.

Theo Jongedijk