Randstedelijke arrogantie piepelt Zeeland

De bestuurlijke arrogantie waarmee ‘Den Haag’ Zeeland piepelt is werkelijk volkomen van de pot gerukt. Het verwachte kabinetsbesluit van vandaag om de marinierskazerne (én 1800 banen) uiteindelijk níet te verplaatsen naar Vlissingen is bewijs hoe onbetrouwbaar ons landsbestuur kan zijn. De keuze voor Vlissingen was al gebaseerd op handjeklap van in dit geval CDA-politici, die toen doof bleken voor kritiek.

De Zeeuwen zijn terecht razend over hoe en de wijze waarop ze nu geschoffeerd worden. Uitgerekend ‘Een man een man, een woord een woord’ is de ruggengraat van deze provincie. De Belastingdienst, het Kadaster en de rechtbank werden er ook al vanwege ‘bezuinigingen’ gesloten. Luctor et Emergo, en dat kan alleen maar de conclusie zijn, is het zoveelste slachtoffer van randstedelijke suprematie.

Het consequent achterstellen van de regio zit namelijk in de bloedvaten van de Haagse machinerie, het is een tweede natuur van politiek management.

Die leidt ertoe dat de Groningers, hard getroffen door de aardbevingen, jarenlang een rad voor ogen is gedraaid. Ze zijn bedonderd. Friesland en Groningen hebben nog steeds geen fatsoenlijke infrastructuur. Het is ook de reden waarom andere regio’s, of het nu Twente is of de provincie Limburg, zich steeds meer oriënteren op de buurlanden Duitsland en België.

Als je zo met de Zeeuwen, de Groningers, de Limburgers en al die andere Nederlanders in de regio omgaat dan begeef je je als kabinet op een zeer gevaarlijk pad. Het onderschatten van de regio’s maakt deel uit van ‘De Verwaarlozing van Nederland’, waar ik hier al vaker voor waarschuwde.

Vandaag zal er natuurlijk gesproken worden over ‘compensatie’ voor Zeeland, dat ook al de Hedwigepolder verloor vanwege dezelfde onbegrijpelijke elitepolitiek. Voor je het weet vinden de Zeeuwen, een standvastig volk, wel een luisterend oor vinden bij de Vlamingen en staat er een grenspost bij Renesse en Bruinisse.