Kabinet in blessuretijd: Tijd om de kiezer te laten spreken

Het protesterende volk op het Haagse Malieveld doet onze premier pijn, zo klonk het vanaf het VVD-congres in Arnhem.

Het past in de beproefde bezweringsformule van Mark Rutte. Meedeinen op de golven van het sentiment en ondertussen wordt er tijd gekocht.

Want laten we eerlijk zijn, het kabinet dat Rutte’s naam draagt, speelt momenteel al in blessuretijd. De minister-president probeert zijn achterban te kalmeren, maar het stikstofdrama zal meedogenloos de tegenstellingen tussen de coalitiepartners CDA, D66, ChristenUnie en VVD blootleggen.

Deze gelegenheidscoalitie zal bezwijken onder principiële keuzes.

Rutte bagatellisseerde de 130 km-maatregel alsof er nooit een belofte is gedaan aan de automobilisten. Ondertusen was de boodschap van Gert-Jan Segers van de ChristenUnie, de bijwagen van dit kabinet-Rutte, zo klaar als een klontje: het kabinet bevindt zich in zwaar weer.

Bij D66, een volledig overbodige partij in de Nederlandse politiek, bleef het stil. Maar de Democraten zetten zich schrap om de komende weken zeer vergaande besluiten af te dwingen, zoals een halvering van de boerenstand.

Het is trouwens al lang niet meer het kabinet dat beslist over het eigen voortbestaan. Elke maandagochtend is er in een Haags achterkamertje een overleg met fractievoorzitters en de premier, aangevuld met soms Asscher (PvdA) of Klaver (GroenLinks), en worden er compromissen gesloten. Het is de overlevingsdrang van de premier, na de ‘schijnhuwelijken’ met de PvdA en PVV, die zorgt voor deze ondoorzichtige besluitvormingsmachine.

Maar dan even eerlijk, Rutte heeft zijn verantwoordelijkheid de afgelopen 9 jaar gepakt en dit land door een crisis geloodst. Met alle gevolgen van dien voor de zorg, onderwijs, de koopkrachtontwikkeling: ik noem het de Verwaarlozing van Nederland.

Nu is het tijd om de kiezers te laten spreken.