Hoort Zwarte Piet bij ons levensgeluk?

Rimpelingen in de vijver. Wie ze te serieus neemt, valt door de mand als een type met een ruggenmerg van marsepein. Die lui die Zwarte Piet willen verbannen, zijn net zo onverdraagzaam als de VARA van 30 jaar geleden toen alles met een klein beetje gezond verstand werd verketterd.

Nare roodharige types, die ook nog eens het andere geluid niet wilden laten horen, blijken anno 2015 nog steeds in hun eigen biotoop te leven.

Toen een paar jaar geleden de valse aanval op onze kindervriend werd ingezet door het etiket van racisme en slavernij op zijn voorhoofd te plakken, werd meteen ook duidelijk dat het politiek correcte deel van onze natie zou bezwijken. Ze gingen polderen. Beetje wit erbij en we hebben een Roet Piet. Uit angst om niet als politiek correct te worden gezien door hun doorgaans linkse vrienden werd meteen gehandeld.

Met 5 december in zicht zal de anti-Zwarte Piet-club van zich doen spreken. Het zou mij niet verbazen als ook de Nederlanders, die zorgen hebben over de opvang van vluchtelingen, maar wel Zwarte Piet een warm hart toedragen in de hoek worden gezet waar ze niet thuis horen.

Ze doen maar. Wit, zwart, rood, geel, of stroopwafel: als de kinderen maar plezier hebben. Of gaat het zo ver dat alleen de politiek-correcten het monopolie hebben op levensgeluk?

Les 1: Better call Sjuul