Familiebedrijven ruggengraat samenleving

WNL

Ze heten Eckelboom, Oostwegel of Nobel. Het kloppende hart van onze economie of, zo u wilt, de ruggengraat van onze samenleving; dat zijn de familiebedrijven en de familie-ondernemers. Bij hen vloeit het ondernemersbloed door de aderen. Managers met hun idiote uurtarieven en hun prietpraat leggen het altijd af als het gaat om passie en volhoudendheid.

‘No guts, no glory’ is de rake afsluiting vanavond van de eerste WNL-aflevering in een nieuwe reeks ‘Allemaal familie’, behendig en met stijl gepresenteerd door John Fentener van Vlissingen. Ook hij is een telg van een ondernemersfamilie, die van grote betekenis is voor Nederland.

‘Allemaal familie’ gaat over mensen die dag en nacht bezig zijn met het bedrijf en de klanten. Vaak tegen beter weten in (ik spreek uit ervaring, mijn vader en moeder werkten dag en nacht in de bakkerij) leveren ze privégeluk in om de zaak vooruit te helpen.

Is dat voor iedereen weggelegd? Nee. Camille Oostwegel, inmiddels met al zijn tophotels in Zuid-Limburg, begon ooit met 10.000 Hollandse guldens en blufte zich een weg bij de bank naar het ondernemerschap. Mien, de vrouw van pater familias Hans Eckelboom zit nog steeds achter de kassa bij de botsauto’s, terwijl nestor Barend-Willem Nobel de boekhouding voor zijn zoon bijhoudt van het ‘Nobel-imperium’ op Ameland.

Familie vertrouwt elkaar. Gaat voor elkaar door het vuur. Neemt het leven zoals het is. En begrijpt ook dat de volgende generatie familie de ruimte moet krijgen nieuwe accenten te leggen.

Kom daar nog maar eens om op de Zuidas. Bij de headhunters. Of het UWV. In de politiek. In de ambtenarij. Bij subsidieslurpende instellingen.

It’s all in the family: een verademing!

(Donderdagavond 16 juli bij WNL op NPO 1 om 21.15 uur.)