Als Mark Rutte zegt dat het stikstofdrama de allergrootste crisis is die hij de afgelopen 9 jaar gedurende zijn premierschap heeft meegemaakt dan bedoelt hij het volgende: dit is de allergrootste politieke crisis die ik als minister-president zélf heb veroorzaakt.
Het is namelijk onmiskenbaar het resultaat van het broddelwerk van zijn treuzelkabinet. In alle opzichten is het een schande voor het land dat een recessie wordt uitgelokt door politici met oogkleppen voor. Door bestuurlijke onachtzaamheid en de wil om een wit voetje te halen in Brussel hebben opeenvolgende kabinetten deze crisis over dit land afgeroepen.
Rutte beseft dat als geen ander en hij weet ook dat de fundamenten onder zijn leiderschap betonrot vertonen. De Houdini-act met de maximumsnelheid is zo gekunsteld dat die ballon vandaag alweer door het RIVM wordt lek geprikt. Want hoezo is woningbouw in de Randstad mogelijk na de verlaging van de snelheid? Tussen Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam staan voornamelijk borden met ‘100’ langs de snelweg.
Een crisis komt nooit alleen, is een Haagse wetmatigheid. Ook dat realiseert Rutte zich. Want de tweede crisis woekert namelijk al volop in de nerven van zijn kabinet. De fik is aangestoken door Defensie-minister Ank Bijleveld. Die verklaarde dat het ‘aannemelijk’ is dat andere ministeries – dus ook Algemene Zaken van Rutte – destijds op de hoogte zijn gesteld van het incident in Irak waar door Nederlandse bemoeienis burgerdoden zijn gevallen.
Dit is niet zo maar een plaagstoot, maar een mokerslag voor Rutte.
Er zit ergens een einde aan het elastiek van de politieke lenigheid van de premier. Het CDA staat in de coulissen van het Torentje (met Wopke en Hugo) klaar om het premierschap over te nemen als Rutte van het toneel verdwenen is.