De Betuwelijn spoort wel!

De Algemene Rekenkamer zette de feiten op een rij en de primeur kwam van RTL Nieuws. De exploitatie van de Betuweroute is verliesgevend. Jaarlijks moeten er honderden miljoenen bij.

De klinkt alarmerend.

De tv-zender bracht dan ook het bekende ritueel van verontruste Tweede Kamerleden. Zij voelen zich misleid door het ministerie van Infrastructuur en Milieu die te mooie cijfers zou hebben gebracht.

De economie van dit land vereist een uitstekende infrastructuur van auto-, vaar- en spoorwegen. Miljarden worden geïnvesteerd in projecten om deze vormen van vervoer zo soepel mogelijk te laten verlopen. Alleen dan komen mensen en goederen op tijd op hun bestemming.

Het is ridicuul om afzonderlijke elementen af te rekenen op een winst- en verliesrekening. Bij infrastructuur gaat het om volledige ketens.
Het dient geen enkel doel om na te gaan of de Tweede Coentunnel financieel wel rendabel is. Zonder deze schakel stagneert het autoverkeer.
De haven van Rotterdam is een onmisbaar bij de import en export van goederen via ons land. Dit gebeurt in een felle concurrentiestrijd met Antwerpen en Hamburg.

Dat de Betuweroute minder goederentreinen verwerkt dan de 160 per dag die waren voorzien, ligt voor een belangrijk deel aan de Duitse onwil om het goederenspoor aan de andere kant van de grens te moderniseren. De treinen lopen daar nu nog in een fuik.

Belangen van omwonenden en het nemen van tijd voor vereiste vergunningen vertragen het project bij onze Oosterburen. Bescherming van Hamburgse belangen moet daarbij niet worden onderschat.

Hoe meer vervoer naar het Europese achterland via de Betuweroute en dus via Rotterdam, hoe harder dat aankomt in de grootste Duitse havenstad.
Een ‘Betuwe’-goederentrein bestaat gemiddeld uit zo’n dertig wagons. Dagelijks gaan een honderdtal van dit soort treinen Europa in . Omgerekend in vrachtwagens is dit een niet te onderschatten stoet die heel zwaar zou drukken op het Nederlandse wegverkeer.

Alleen daarom al spoort de Betuweroute. En dat mag best wat kosten.

Theo Jongedijk