UTOPISCH GELEUTER OVER VASTE BANEN

Een half miljoen mensen staat bij uitkeringsinstantie UWV geregistreerd als werkloos. Dat is het cijfer vijf met vijf nullen erachter.

De maximale capaciteit van stadion De Kuip in Rotterdam bedraagt 51.000 mensen. Om het werklozengetal beeldend te maken, een half miljoen werklozen vullen tien ‘Kuipen’.

Het getal van een half miljoen is slechts het geregistreerde aantal mensen dat ’s ochtends de wekker niet hoeft te zetten omdat er eenvoudigweg geen baan voor hen is en geen baas die op hen wacht.

Hoe groot het aantal niet-geregistreerde werklozen is, laat zich moeilijker in een cijfer vangen. De categorieën waar het om gaat, vormen op zich al een indrukwekkende lijst.

Zij die wel zouden willen werken, maar zich niet bij het arbeidsbureau hebben ingeschreven in de verwachting toch geen kans te maken, de zogenaamde ontmoedigden; zij die volledig arbeidsongeschikt zijn verklaard; zij die vervroegd zijn uitgetreden; zij die de een of andere uitkering genieten en zij die wel een ‘baantje’ hebben, maar meer uren en/of dagen zouden willen werken.

De Nederlandsche Bank becijferde vorig jaar dat het werkelijke aantal werklozen  ruim drie keer hoger ligt dan de tien geregistreerde volle UWV-‘Kuipen’.

Een enorm kiezerspotentieel.

Dat moet Alexander Pechthold van D66 ook hebben gedacht toen hij het speerpunt bepaalde van de campagne van zijn partij voor de komende Tweede Kamerverkiezingen, maart komend jaar. De democraat trapte zaterdag af met de constatering dat de Wet Werk en Zekerheid, waar hijzelf aan meewerkte, niet goed functioneert.

Met het op de agenda zetten van het maatschappelijk probleem dat werkloosheid heet, oogst Pechthold bepaald niet alleen lof.

Hem wordt verkiezingsretoriek en politiek opportunisme verweten.

‘Een vast contract voor iedereen’, klinkt weliswaar als een utopische verkiezingsbelofte, maar wie een probleem wil helpen oplossen moet ergens beginnen.

Theo Jongedijk