Wie denkt dat er op 6 april  gebruik kan worden gemaakt van een nieuwe democratische verworvenheid heeft het mis. Het is niet meer dan een illusie dat regering en parlement zullen luisteren naar de stem van het volk. Een wassen neus dus dat referendum over het Oekraineverdrag, een fopspeen, een fakepeiling of een nepreferendum!
‘Bent u voor of tegen de wet ter goedkeuring van de Associatiebijeenkomst tussen de EU en Oekraïne?’ zal de vraag luiden in het stemhokje.Â
Het maakt niet uit hoe u stemt, of niet komt opdagen op de 6e april. Bespaar u ook de moeite het verdrag te lezen. De race is namelijk al gelopen.
Op 21 maart 2014 zetten Europa en Oekraïne hun handtekeningen onder het verdrag dat gaat over handel, energie, wetenschap, technologie, cultuur, corruptiebestrijding en hervorming van de rechtstaat naar westers model.
Als voorzitter van het eerste halfjaar van de Europese Unie zou Nederland zich enorm blameren om naast de al bestaande problemen van de immigratiestroom van oorlogsvluchtelingen c.q. gelukszoekers uit het Midden-Oosten en Afrika en de nog altijd sluimerende financiële Griekse crisis er nog een hoofdpijndossier bij te creëren.
Bovendien moet eerst nog maar blijken of meer dan 30 procent van de kiezers op komt dagen. Bij een lagere opkomst verdwijnt het resultaat direct in de prullenbak.
In het bijna theoretische geval dat de grens van 30 procent wordt overschreden en een meerderheid tegenstemt, ligt ‘Den Haag’ daar niet wakker van. De uitslag mag immers en zal dan zeker worden genegeerd: ‘In het belang van Europa’.
Theo Jongedijk
